Maakt bewegen het verschil?
We weten allemaal dat bewegen goed voor ons is. Toch voelt het voor veel mensen in een toch al behoorlijk druk bestaan, vaak als iets wat ‘moet’. Meer bewegen verschijnt vaak bovenaan onze goede voornemens, maar verdwijnt helaas niet zelden minstens zo snel weer van de lijst. Waarom eigenlijk? En wat bedoelen we eigenlijk precies met gezond bewegen?
De Nederlandse Norm Gezond Bewegen geeft daar wat meer richting aan. Volgens de huidige richtlijn van de Gezondheidsraad is het advies: beweeg minstens 150 minuten per week matig intensief (denk dan bijvoorbeeld aan wandelen, fietsen of tuinieren), doe twee keer per week spier- en botversterkende activiteiten én zit zo min mogelijk stil.
Waarom bewegen?
Beweging doet veel meer dan calorieën verbranden of spieren sterker maken. Het heeft invloed op vrijwel alle systemen in ons lichaam — van hart en longen tot hersenen en ons immuunsysteem. Regelmatig bewegen verlaagt het risico op chronische aandoeningen zoals diabetes, hart- en vaatziekten en overgewicht, maar ook op sombere gevoelens en stress. Bovendien geeft het vaak meer energie, een beter humeur en een gevoel van grip op uw eigen gezondheid.
Een recent groot onderzoek (2024) naar de invloed van bewegen op onze mentale gezondheid laat sterk bewijs zien voor een positief effect van bewegen op o.a. stemming, lichaamsbeeld, eigenwaarde, maar ook op onze sociale relaties.
Kijkend naar bewegen vanuit de hoek van Positieve gezondheid (geen idee? Lees dit eerst even), wordt bewegen dan ook niet alleen gezien als een middel om de lichamelijke en mentale gezondheid te verbeteren. Maar is de juist de invloed die het op andere aspecten, van belang. Sporten in teamverband kan bijvoorbeeld een belangrijke sociale functie hebben, door de gezelligheid achteraf of jezelf nuttig voelen omdat je ook nog een andere (vrijwilligersrol) kunt vervullen binnen een club. In beweging blijven kan zorgen dat u uw zelfstandigheid langer behoudt en mobiel blijft, en daardoor ook ‘mee kan blijven doen’, wanneer de behoefte daar is.
Hoeveel is genoeg?
150 minuten per week klinkt misschien veel, maar als je het verdeelt, gaat het om zo’n 20 tot 25 minuten per dag. Denk hierin niet persé in grootste activiteiten als hardlopen of wielrennen, maar juist ook aan de fiets pakken voor een boodschap in plaats van de auto. De trap nemen, in plaats van de lift. Als je thuis werkt en een toilet op een andere verdieping hebt, daar naar het toilet gaan (en veel drinken ;)). Al die kleine momenten tellen mee aan 20-25 minuten per dag, al heeft in 1 keer achter elkaar wat langer bewegen zeker ook voordelen.
Voor wie al actief is, kan intensiever bewegen en krachttraining extra gezondheidswinst opleveren. Maar het belangrijkste is om in beweging te komen en blijven. Het lichaam is niet gemaakt om stil te zitten; en elke elke stap hierin draagt al positief bij.
Balans en haalbaarheid
Zoals bij voeding gaat het ook bij bewegen om balans. Niemand beweegt altijd optimaal, en dat hoeft ook niet. Soms lukt het een periode wat minder, en dat is niet erg. Rust nemen en luisteren naar je lichaam is ook ontzettend belangrijk. Daarnaast kijken we binnen de visie van positieve gezondheid niet naar wat “niet lukt”, maar naar wat wel kan (en de brede invloed die dat soms heeft). Vanuit fysiotherapeutisch perspectief zien we dagelijks wat beweging teweeg kan brengen. Het kan bijdragen aan herstel, heeft invloed op pijn, maar geeft vooral ook het vertrouwen dat mensen zelf ook iets kunnen doen voor en aan hun gezondheid.
Kleine aanpassingen maken vaak al een groot verschil. Een extra wandeling na het eten, wat rekken tussendoor, of een dansje in de woonkamer — het zijn allemaal manieren om uw lichaam in beweging te houden. En elke stap, hoe klein ook, is een stap vooruit.
Welke kleine stap kunt u maken?
